Panorama’s van Luc Delahaye

Fragmenten uit de geschiedenis & Plafondschildering van Jacob de Wit terug op zijn oude plek

Panorama’s van Luc Delahaye

Ordinary Public Consistory, 2003, © Luc Delahaye

Ordinary Public Consistory, 2003, © Luc Delahaye

Huis Marseille presenteert voor het eerst in Nederland monumentale panoramafoto’s van de Franse fotograaf Luc Delahaye. Sinds 2001 fotografeert hij recente gebeurtenissen die het internationale nieuws domineren: het proces tegen Slobodan Milosovich in Den Haag (2002), conflicten in het Midden-Oosten (2002), Afghanistan (2001) en Irak, de uit de hand gelopen G8 top in Genua (2001), de eerste herdenking van 11 September in New York (2002). Deze serie is niet afgerond, jaarlijks komen er nog 4 à 5 beelden bij.

Luc Delahaye (1962) verslaat al sinds de jaren tachtig als fotojournalist internationale conflicten. Sinds 1994 is hij aangesloten bij het fotoagentschap Magnum, eerst als nominee en sinds 1998 als volwaardig lid. Ook staat hij onder contract bij het Amerikaanse weekblad Newsweek Magazine. Delahaye is bekend geworden met zijn foto’s van internationale brandhaarden in landen als Libanon, Israël, Kroatië, Bosnië, Afghanistan, Rwanda en Tsjetsjenië. Hij heeft diverse prijzen gewonnen waaronder de Capa Gold Medal (1993, 2002) en de World Press Photo (1993, 1994, 2002). Sinds een aantal jaren onderzoekt hij in meer langdurige projecten ook de fundamentele rol van zowel de fotojournalistiek en als de documentaire fotografie.  Zo maakte hij in 1997 hij het boek Mémo, waarin hij de portretten bijeen bracht van oorlogsslachtoffers, die in 1993 dagelijks in de overlijdensadvertenties van de Bosnische kranten verschenen. Dichter bij huis maakte hij voor het boek L’autre tussen 1995 en 1997 portretten van onbekende mensen op de Parijse metro. In 2002 was in de Rotterdamse Kunsthal zijn fotoserie Winterreise te zien, een melancholieke reportage over de armoede en verval in postcommunistisch Rusland.

Een van de thema’s die Luc Delahaye in deze langdurige projecten centraal stelt is de spanning die de (voelbare) aanwezigheid van de fotograaf in het fotografisch beeld oproept, een thema dat ook in deze panorama’s is te vinden: hier combineert hij een afstandelijke en tijdloze documentaire stijl – eigen aan het geschilderde historiestuk -, met de urgentie van een directe getuigenis – eigen aan de fotojournalistiek. Alsof de fotograaf tijdens het maken van de foto de gebeurtenis in zijn lens geschiedenis ziet worden. Uit de vele foto’s die hij van zijn reizen mee terugneemt kiest Delahaye voor deze serie heel zorgvuldig die beelden uit die een uitgesproken autonoom karakter hebben en die de gebeurtenis over de waan van de dag heen tillen. Vaak geeft hij zijn foto’s een overzichtelijke, frontale compositie mee en een grote rijkdom aan details om zo bewust afstand te scheppen tussen fotograaf en onderwerp. Zo contrasteren deze panoramafoto’s sterk met het vaak incidentele karakter van nieuwsfoto’s. Deze uitwerking verraadt Delahaye’s fascinatie voor zijn 19de-eeuwse collega’s als Roger Fenton. Maar ook het spectaculaire realisme van de monumentale geschilderde 19de-eeuwse historiestukken heeft hij bestudeerd. Net als deze schilderijen vereisen deze panoramafoto’s een fysieke ervaring: ze zijn met opzet bedoeld om in een museum of andere (monumentale) ruimte bekeken te worden. Ook al bereikt een foto in een museum minder mensen dan de foto in de krant, daartegenover staat dat door de foto’s fysiek te ervaren het beeld de beschouwer veel langer bijblijft.

Deze tentoonstelling is tot stand gekomen in samenwerking met Magnum Photos Parijs.

Plafondschildering van Jacob de Wit terug op zijn oude plek

Dit voorjaar zal de plafondschildering, die Jacob de Wit in 1731 speciaal voor de zaal van het achterhuis van huis Marseille (nu de Tuinzaal) maakte, worden teruggeplaatst op de originele plek. De schildering stelt Apollo tronend op de wolken voor, omringd door Minerva en de negen muzen. Aan het eind van de 19de eeuw heeft het plafondstuk huis Marseille verlaten en is het via Alphonse Ridder de Stuers, in 1898 eerst in bruikleen en later in bezit gekomen van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap (KOG). Tot 1996 was de plafondschildering te zien in het Rijksmuseum waar het KOG is gehuisvest. Vanwege de verbouwing van het Rijksmuseum is huis Marseille in de gelegenheid gesteld om de schildering van het KOG in bruikleen te krijgen, waardoor deze na meer dan 100 jaar weer op haar originele plek zal schitteren. De terugplaatsing zal worden verzorgd door restauratoren van het Rijksmuseum.

Met werk uit onze collectie van

Luc Delahaye