Jacqueline Hassink

Mindscapes

Jacqueline Hassink

Mr. James P. Kelly, 1999, © Jacqueline Hassink

Emanuel Ungaro, 2003, © Jacqueline Hassink

In het voorjaar van 2003 presenteert Huis Marseille voor het eerst in Nederland een ruime keuze uit het meest recente fotoproject van de Nederlandse fotografe Jacqueline Hassink: Mindscapes (1998–2002). Hierin onderzoekt zij op systematische wijze door middel van de fotografie de grenzen tussen het private en het publieke domein binnen Amerikaanse en Japanse multinationals. Daarbij komen vragen aan de orde als: hoe toegankelijk zijn deze bedrijven? welke ruimtes mogen wel en niet gefotografeerd worden en waarom wel of niet? Hoe onderscheiden werknemers zich binnen zulke bedrijven waar ‘flexibele werkplekken’ aan de orde van de dag zijn? Volgens Jacqueline Hassink (1966), die in New York woont en werkt, is het verlangen naar economische macht de centrale drijfveer in onze maatschappij. Als kunstenaar is zij gefascineerd door de vormen waarin dit economische verlangen zich openbaart en onderzoekt zij de gesloten wereld van de economische elite.

Mindscapes komt regelrecht voort uit twee eerdere projecten van Hassink: The Table of Power (1996) en Female Power Stations: Queen Bees (1999). Hiervoor fotografeerde ze de vergadertafels van Europa’s veertig grootste multinationals en portretteerde ze twaalf vrouwelijke topmanagers aan de hand van hun vergadertafel op hun werk en hun eettafel thuis. Haar uitgangspunt bij beide projecten was dat de vergadertafel cq. eettafel én het interieur erom heen de identiteit prijsgeven van het bedrijf dan wel van de topmanager. Kenmerkend voor Hassinks werkwijze is de nauwgezette systematiek waarmee ze haar foto’s toont en beschrijft, om zo de bedrijven optimaal vergelijkbaar te maken. Illustratief voor deze wetenschappelijke manier van werken is het feit dat ze ook aangeeft wanneer ze een geselecteerde ruimte niet mocht fotograferen en waarom niet. In die zin werkt ze in de traditie van de inventariserende fotografie zoals die achtereenvolgens door August Sander, Karl Blossfeldt en Bernd en Hilla Becher op de kaart is gezet. De compositie van haar foto’s is functioneel: de ruimte moet zoveel mogelijk zichtbaar en invoelbaar zijn. Met een groothoeklens, een uitgekiend gebruik van kleur en een groot gevoel voor sfeer weet ze dat effect optimaal te bereiken. De toeschouwer moet zich namelijk kunnen voorstellen hoe macht wordt geënsceneerd in een omgeving die deze tot uitdrukking brengt, een omgeving die deze macht bevestigt en het uitoefenen ervan mogelijk maakt.

Mindscapes bestaat uit verschillende series: 100 CEOs – 10 Rooms, USA & Japan (1998-2001), Training Center for Salarymen, Japan (2000), VIP Fitting Rooms, USA & Japan (2000–2002), The Shoe Project, USA (1999–2001), Personal Coffee Cups, USA (2000–2001) en Cubicles, USA (2001). Voor de eerste en meest complexe serie 100 CEOs – 10 Rooms, USA & Japan benaderde Hassink honderd chief executive officers in Amerika en Japan van de machtigste multinationals in die landen om bepaalde ruimtes in hun bedrijven te mogen fotograferen. Ze heeft daarbij onderscheid gemaakt tussen de meer private ruimtes (kantoor in bedrijf en thuis, bedrijfslimousine, bibliotheek/archief, zitkamer) en de publieke ruimtes in het bedrijf (bedrijfsvliegtuig, lobby, tuin, kantine en de kamer van de raad van bestuur). Bij het fotograferen van de bedrijven heeft ze heel precies aangegeven wat ze bij wie wel en niet mocht fotograferen. Training Center for Salarymen, Japan toont een typisch Japans fenomeen, namelijk de trainingscentra waar Japanse werknemers onderricht worden in de ‘mores’ van het bedrijf van hun aanstaande werkgever. In deze centra ondergaan zij een transformatie van individu naar onderdeel van het bedrijf. Voor VIP Fitting Rooms, USA & Japan heeft Hassink diverse paskamers gefotografeerd in luxueuze warenhuizen en exclusieve kledingwinkels als Chanel en Fendi in Amerika en Japan, waar de rijken hun kleding kunnen passen. In tegenstelling tot gewone paskamers, die over het algemeen nietszeggend en op zijn best functioneel zijn, geven deze VIP-paskamers de bezoeker het gevoel in een exclusief voor hen gecreëerde private ruimte te zijn beland, maar wel in een publieke omgeving. The Shoe Project laat de schoenenverzamelingen zien van enkele Amerikaanse dames die meer dan honderd schoenen bezitten. Hoewel schoenen over het algemeen worden gekocht voor persoonlijk gebruik en ook de persoonlijke smaak weerspiegelen, worden ze eveneens gebruikt en opgedragen in de openbare ruimte. Tot slot tonen de series Personal Coffee Cups, USA en Cubicles, USA (niet te zien in Huis Marseille) hoe de werknemers van de multinationals Netscape en Cigna door middel van een persoonlijke koffiemok of screensafer in een cubicle (flexibele werkplek) zich profileren en hun identiteit tonen.

Publicatie

Bij Birkhäuser – Publishers for Architecture in Basel verschijnt naar aanleiding van de tentoonstelling een rijk geïllustreerd boek: Jacqueline Hassink, Mindscapes, met bijdragen van Els Barents en Sarah Anne McNear, vormgeving Irma Boom.

Met werk uit onze collectie van

Jacqueline Hassink