In het volle zonlicht

Daguerreotypieën van de familie Enschedé

In het volle zonlicht

Anoniem/Anonymous, Christina Gerarda Enschedé, c. 1847

F.W. Deutmann, Johannes III Enschedé, 1849

Anoniem/Anonymous, Johannes IV Enschedé, 1849/1850

Met gepaste trots wordt in het voorjaar van 2009 in Huis Marseille een selectie van ruim zeventig  daguerreotypieën, fotoportretten van de befaamde Haarlemse drukkersfamilie Enschedé getoond. Het is de eerste keer dat deze portretten voor het publiek te zien zijn.

De daguerreotypieën zijn te dateren tussen 1839 en 1856. Onder de getoonde foto’s bevindt zich ook de allereerste foto in Nederland. Het is een daguerreotypie van een pasteltekening van Johannes Enschedé III. Gedateerd in september 1839, vrijwel direct na de bekendmaking van het procédé, op 19 augustus van dat jaar. Naar aanleiding van deze bijzondere tentoonstelling van de vroege familieportretten in Huis Marseille verschijnt een publicatie. Hierin heeft Johan de Zoete, conservator van het Museum Enschedé, een familie fotogeschiedenis geschreven, waarin de herkomst en het ontstaan van deze daguerreotypieën voortreffelijk worden gedocumenteerd. Saskia Asser, conservator van Huis Marseille plaatste de Nederlandse daguerreotypiepraktijk in internationaal perspectief. Herman Maes, fotorestaurator van het Nederlands Fotomuseum doet hierin verslag van de recente restauratie van deze daguerreotypiecollectie. De tentoonstelling kwam tot stand in nauwe samenwerking met de staf en het bestuur van het Museum Enschedé. Gelijk met deze oudste fotoportretten worden in Huis Marseille onder de titel ‘Hollandse Huishoudens’ eigentijdse en actuele familieportretten getoond van fotograaf Taco Anema.

Uit de directe reactie van de Enschedé’s na de bekendmaking van de uitvinding van de fotografie mag opgemaakt worden dat zij het belang ervan herkenden. In ieder geval intrigeerde deze nieuwe portretkunst zo, dat enkele familieleden de proef op de som namen en zichzelf lieten portretteren. Het enthousiasme was groot. Men maakte zich – niet zonder risico – het ingewikkelde procédé van de daguerreotypie eigen en nam ook zelf de camera ter hand. Wereldwijd zijn er van geen enkele familie, zelfs geen Koninklijke, zoveel daguerreotypieën (precies 100), bewaard gebleven als van de familie Enschedé. Deze collectie maakt deel uit van het Museum Enschedé, een gedegen en goed gedocumenteerd familie- en bedrijfsarchief. Dat is bijzonder omdat de meeste daguerreotypieën in Nederland anoniem zijn. Dit zowel wat de makers als de geportretteerden betreft. Inclusief de Enschedé-portretten zijn er 850 bekend.  In omvang wordt de collectie Enschedé alleen overtroffen door de 124 daguerreotypieën van de Duitse Adolf Schaefer: geen portretten, maar afbeeldingen van Javaanse oudheden en de Borobudur (Prentenkabinet-collectie, Universiteit Leiden).

Daguerreotypie

Dit procédé is vernoemd naar de Fransman Louis Jaques Mandé Daguerre (1787-1851). Op 9 januari 1839 maakte hij in de Academie Française des Sciences in Parijs als eerste de uitvinding van de fotografie bekend. Hij moet echter deze eer delen met zijn landgenoot Nicéphore Nièpce en de Engelsman William Fox Talbot. De Franse staat vond Daguerre’s uitvinding zo belangrijk dat ze de werkwijze van hem kocht en op 19 augustus dat jaar bekend liet maken. De daguerreotypie verschilt in alles van de foto zoals wij die nu kennen. Het medium kent geen papier en geen negatief; korrels noch pixels. Het zijn kleine zilveren spiegels waarop het beeld in een zeer fijn gedetailleerde tekening is aangebracht. Het zien van een origineel is (was) sensationeel: een toverachtige reflectie en zilveren weerspiegeling – bijna een sierraad – met een desondanks verbluffend realistische afbeelding. Dat ontstaat zo: een verzilverd koperplaatje werd met jodiumdampen lichtgevoelig gemaakt, na de opname met kwikdampen ontwikkeld en met een zoutoplossing gefixeerd. Kwikdampen zijn giftig, waardoor het maken van een daguerreotypie  niet zonder gevaar was voor de gezondheid. Ook levert het feitelijk een negatiefbeeld op, al lijkt dat door het spiegelende effect soms positief.

De vele reacties op deze uitvinding waren tegenstrijdig. Er is bij velen een grenzeloze bewondering; de fotografie wordt als een wereldwonder ervaren. In de ogen van anderen heeft deze kunst ook schaduwzijden en worden er zelfs destructieve krachten aan toegekend. Een Parijse dame die voor het eerst een daguerreotypie had gezien: “Onverhoeds, totaal onvoorzien, alles overhoop halend wat men dacht te weten of zelfs maar denken kon, diende zich deze nieuwe uitvinding aan.” Honoré de Balzac (Franse schrijver) had er echter niet veel mee op en maakte er een karikatuur van: “Bij iedere opname verdwijnt er een deel van het menselijke wezen.” Los van deze tegenstellingen werden de beperkingen van de techniek snel duidelijk: reproductie was niet mogelijk, het portret was in spiegelbeeld, waardoor het beeld niet ‘leek’, en de opnames vergden een belichtingstijd van minuten. De geportretteerde moest lang stilzitten, soms met het hoofd in een nekklem. Een erg bekwame fotograaf wist wel een levendiger en natuurlijk portret te maken; toch oogt het merendeel wat formeel en stijfjes.

De eerste daguerreotypie in Nederland

In 1839, in de periode rond deze uitvinding woont Jeanne Enschedé – Dalen in Parijs. Zij schreef aan Johannes Enschedé III dat zij een daguerreotypie naar hem in Nederland had gestuurd. Het is de oudste daguerreotypie die in de tentoonstelling In het volle licht te zien is. Het is een fotografische reproductie van een pasteltekening met het portret van Johannes Enschedé III. Deze daguerreotypie komt op 4 oktober bij hem aan, want dan betaalt hij de bezorger. Op 13 oktober schrijft hij Jeanne om haar te bedanken. Misschien is het niet de allermooiste, maar historisch gezien is dit portret de meest spectaculaire daguerreotypie van de tentoonstelling.

Het nieuws van de uitvinding bereikt Nederland op 13 januari 1839, vier dagen na de bekendmaking in Parijs. Het bericht wordt direct gepubliceerd in de Opregte Haarlemse Courant: “Men heeft het middel gevonden, om het Zonlicht zelf tot de rang van Teekenmeester te verheffen, en de getrouwe afbeeldingen der natuur tot het werk van weinige minuten te maken.” De uitgever van de krant was de familie Enschedé, die sinds 1703 eigenaar is van de drukkerij en uitgeverij Joh. Enschedé & Zonen. De familie Enschedé heeft dus niet alleen als een van de eerste de daguerreotypie beoefend en gepropageerd, zij was ook verantwoordelijk voor de eerste bekendmaking in Nederland. Aan de hand van de door de familie Enschedé aangelegde collectie is in In het volle zonlicht goed te volgen hoe dit genre zich in Nederland tussen 1839 en 1855 heeft ontwikkeld. Er zijn verschillende portretten bij van grote fotografen als F. W. Deutmann, A. Daru en Th. Hutchinson. Daarop is prachtig te zien hoe zij met beperkte middelen een superieur resultaat bereikten. Er zijn ook wat mindere exemplaren waarvan de auteur niet te achterhalen was. Tussen 1850-1855 doen ook de studioattributen hun intrede. Fotografen werken niet langer vanuit verschillende locaties in het land, maar vestigen hun studio nu op een vaste plaats. Hierdoor wordt het mogelijk om bij ongesigneerde daguerreotypieën aan de hand van de diverse tafeltjes, stoelen, gordijnen, achtergronddoeken toch de studio te achterhalen. Maar dat is wel de eindfase van de daguerreotypie.

Collectie Huis Marseille

In april 1931 hield de fotograaf Dr. Erich Salomon in Hotel Kaiserhof (Berlijn) een lezing over zijn werk, getiteld: “Mit Frack und Linse durch Politik und Gesellschaft” (met jacquet en camera door politiek en maatschappij). Onder de 400 genodigden waren vele hooggeplaatste Duitse functionarissen uit de politiek, industrie en wetenschap, die zichzelf nu levensgroot geprojecteerd zagen. Voorzien van het snedige commentaar van de fotograaf zelf, die vertelde hoe hij deze portretten ongemerkt had gemaakt. Deze lezing vormde de aanzet tot zijn boek Berühmte Zeitgenossen in unbewachte Augenblicken dat hetzelfde jaar verscheen.

Zowel de tekst van de lezing in Hotel Kaiserhof als het grootste deel van de glasdia’s die Salomon hierbij gebruikte, hebben de oorlog doorstaan en bevinden zich in het Salomonarchief van de Berlinische Galerie. De reconstructie van Salomons historische lezing kwam in 2001 tot stand,  in opdracht van Huis Marseille. Hij werd gemaakt door de fotografen Hans Samsom en Iwan Baan, in samenwerking met Peter en Trudy Hunter, de Berlinische Galerie en Laura Samsom-Rous. De Nederlandse tekst wordt gesproken door schrijver en oud-diplomaat F. Springer, de Engelse tekst door filmmaker Keith Washington. Deze projectie wordt nu opnieuw getoond in samenhang met de daguerreotypie portretten van de familie Enschedé en de ‘Hollandse Huishoudens’ van Taco Anema.

Trudy Hunter schonk onlangs een zeer mooie sequentie van 7 foto’s van haar schoonvader Dr. Erich Salomon aan Huis Marseille. Salomon had de portretten van de dirigent Bruno Walter (1876 – 1962) rond 1930 gemaakt, vermoedelijk tijdens een concert in Covent Garden, Londen. Ook deze fotosequentie zal bij de projectie getoond worden.

Het boek bij de tentoonstelling

Het boek In het volle zonlicht dat naar aanleiding van deze tentoonstelling verschijnt, bevat teksten van Johan de Zoete (conservator Museum Enschedé), Saskia Asser (conservator Huis Marseille) en Herman Maes (Fotorestaurator Nederlands Fotomuseum). Met name de familie fotogeschiedenis van Johan de Zoete is een ontdekkingstocht naar de wijze waarop de familie Enschedé de daguerreotypie omarmde en bijna terloops de fotografie in Nederland introduceerde. De 19e eeuw komt vreselijk dichtbij! In het volle zonlicht. De daguerreotypieën van het Museum Enschedé te Haarlem. Gottmer Uitgevers Groep en Kon. Joh. Enschedé, Haarlem, 2009.

Steun bij restauratie

Alle tentoongestelde daguerreotypieën zijn met steun van De Mondriaan Stichting gerestaureerd door het fotorestauratie atelier van het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam, onder leiding van Herman Maes.

Daguerreotypieën in Rotterdam en Den Haag

Op de openingsdag van In het volle zonlicht, zaterdag 7 maart zal het Nederlands Fotomuseum Rotterdam een website lanceren met daarin het merendeel van alle in Nederlandse collecties aanwezige daguerreotypieën.

Naast deze databank www.daguerrobase.org bevat ook de website www.nederlandsfotomuseum.nl, onder ‘ontdekken’ een dossier over het procédé. Tevens zal een kleine expositie in het Nederlands Fotomuseum met de titel Alles is IJdelheid de lancering van deze website begeleiden. www.nederlandsfotomuseum.nl

 

 

Met werk uit onze collectie van

Dr. Erich Salomon