Fazal Sheikh

Fazal Sheikh

Qurban Gul met een foto van haar zoon Mula Awaz, Afghaans vluchtelingendorp, Khairabad, Noord Pakistan © Fazal Sheikh 2009

In het najaar van 2009 presenteert Huis Marseille voor het eerste een groot retrospectief van de Amerikaanse fotograaf Fazal Sheikh (New York, 1965). Sheikh is geen onbekende in Nederland. Eerder exposeerde hij in het Nederlands Fotomuseum (1997, 2001) en tijdens het Fotofestival Noorderlicht (1997). Daar liet hij zijn indrukwekkende portretseries zien van ontheemden en vluchtelingen in Afrika en Azië. Deze tentoonstellingen markeerden het begin van een mooie carrière. In monumentale en verstilde zwart-wit portretten geeft Fazal Sheikh de mensen in vluchtelingenkampen in Kenia, Tanzania en Pakistan een gezicht en een naam, en daarnaast tekent hij hun verhalen op in uitgebreide getuigenissen. Nu heeft Fazal Sheikh zijn oeuvre substantieel uitgebouwd. De tentoonstelling in Huis Marseille laat ook zijn meest recente fotoseries zien die hij in India maakte van vrouwen en kinderen die onder barre omstandigheden moeten zien te overleven. De tentoonstelling is samengesteld in nauwe samenwerking met de Fundación MAPFRE in Madrid, waar de expositie eerder te zien was.

In monumentale en verstilde zwart-wit portretten laat Fazal Sheikh mensen die hun vaderland zijn ontvlucht, als individuen zien, met respect voor hun waardigheid, en niet als symbool van de politieke conflicten waar zij het slachtoffer van zijn geworden. Om dit te kunnen bereiken en hun vertrouwen te winnen brengt hij veel tijd met ze door. Alleen zo kan hij hen ontspannen voor de camera laten poseren. De band die zij met de fotograaf hebben opgebouwd reflecteert in de open manier waarop de meeste van hen in de camera kijken. Fazal Sheikh heeft zich onder andere laten inspireren door de Duitse fotograaf August Sander (1876-1964) die ten tijde van de Weimar Republiek burgers uit verschillende beroepen, rangen en standen portretteerde in onopgesmukt zwart wit. In de loop der jaren is Sheikh zich steeds meer op het gezicht gaan concentreren, en heeft het landschap en de omgeving uiteindelijk plaats gemaakt voor een eenvoudig wit laken als achtergrond. Door zijn ervaring en groter gevoel van vertrouwen en trefzekerheid, heeft hij de geportretteerden soms zo dicht kunnen benaderen dat zijn eigen reflectie zichtbaar is in hun pupillen. De verhalen die de geportretteerde mensen hem tijdens zijn verblijf vertellen, ziet Sheikh als essentieel onderdeel van zijn fotografie. In 1998 is hij begonnen met het verzamelen van deze getuigenissen om ze in directe relatie tot zijn foto’s te presenteren. Het bijna serene beeld vormt zo een indringend contrast met de vaak gewelddadige context.

In 2005 ontving Fazal Sheikh twee belangrijke onderscheidingen: de MacArthur Fellowship en Henri Cartier-Bresson Grand Prix. Ook was hij in 2008 genomineerd voor de prestigieuze Deutsche Börse Photography Prize. De afgelopen jaren was zijn werk te zien in Fondation Henri Cartier-Bresson (Parijs), Museum van Hedendaagse Kunst (Moskou), Fotomuseum Winterthur, Tate Modern (Londen), The Art Institute of Chicago, het International Center of Photography (New York) en het Metropolitan Museum of Art (New York). Samen met gastconservator Carlos Gollonet maakte Huis Marseille een selectie uit de tentoonstelling die dit voorjaar in de Fundación MAPFRE te zien was, toegesneden op de meer intieme zalen van Huis Marseille. Naast een compacte keuze uit de vroege series Kenia (1989–1991) en Zuid-Afrika (1989) zijn er foto’s te zien uit zes series. Voor A Sense of Common Ground, Oost Afrika (1992–1994) reisde Fazal Sheikh drie jaar langs verschillende vluchtelingenkampen in Kenia, Malawi en Tanzania waar honderdduizenden Rwandezen verbleven die voor de genocide uit hun land waren gevlucht. The Victor Weeps, Afghanistan (1996–1998) ontstond toen Sheikh in 1996 rondreisde in Nepal, Bhutan en Pakistan. Op de grens tussen Pakistan en Afghanistan trof hij nederzettingen en kampen aan waar meer dan een miljoen Afghanen zich hadden gevestigd na de Russische invasie van 1979. Fazal Sheikh maakte A Camel for the Son, Somalië (1992–2000), een vervolg op A Sense of Common Ground, in drie vluchtelingenkampen in het noordoosten van Kenia waar Somaliërs waren terecht gekomen op de vlucht voor de burgeroorlog in hun land. Hoe het een van hen in Nederland verging, laat de serie Ramadan Moon, Nederland (2000) zien die Fazal Sheikh in opdracht van het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam maakte. Sheikh heeft Seynab Azira Wardeere geportretteerd, die vanuit Mogadishu naar Amsterdam is gekomen, en laat haar zien tijdens de Ramadan dromend van haar land. Zijn meest recente fotoseries maakte Fazal Sheikh in India. Moksha (2003–2005) gaat over de stad Vrindavan in het noorden van India, die gewijd is aan de hindoeïstische god Krishna. Deze plek is in heel India bekend als een toevluchtsoord voor weduwen. Ook in Ladli (2005–2008) stelt hij de ondergeschikte positie van Indiase vrouwen aan de orde, in dit geval van arme jonge meisjes die vaak van jongs af aan moeten werken, of de straat op worden gestuurd waar ze in de prostitutie eindigen.